‘s-Gravenhage, 8 mei 2013 - De overheid houdt te krampachtig vast aan de privacyregels bij het gebruik van digitale informatie. Daardoor is een slagvaardig optreden door uitvoeringsinstanties van de overheid bij sommige acute maatschappelijke problemen niet altijd mogelijk. Deze opmerkelijke conclusie was te horen bij het Lagerhuisdebat, een discussiebijeenkomst tussen vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap.
Diverse uitvoeringsinstanties van de overheid kunnen veel slagvaardiger opereren wanneer ze beschikken over informatie die afkomstig is van diverse overheidsorganisaties, hulpdiensten of zorgverlenende instellingen. Bij het combineren van data uit dossiers ontstaat een eenduidig beeld van de situatie. Soms verhinderen de privacyregels het bundelen van de verschillende persoonsgebonden informatie-elementen, zeker als bij het oplossen van het probleem ook niet-overheidsinstanties zijn betrokken.
Privacy-gevoeligheden
Hoewel de meeste deelnemers aan het Lagerhuisdebat begrip hadden voor het acute probleem van de uitvoeringsinstanties, houdt de meerderheid vast aan de stelregel dat de overheid rekening moet houden met de privacy bij het uitwisselen en raadplegen van dossiers. Maar, zo vinden de discussiërende partijen, burgers kunnen het recht op privacy ook verspelen, bijvoorbeeld door ongepast gedrag.
Strikte handhaving van de privacyregels is te duur, zo stelde een deelnemer aan het debat. Voorbeeld: volgens de rechter is het gebruik van het Burger Service Nummer (BSN) op de nieuwe Rijkspas voor het identificeren van ambtenaren in strijd met de wet. Zij zoeken hiervoor nu naarstig naar een alternatief. Daar zijn de nodige kosten mee gemoeid. Voorstanders van strikte handhaving van de privacyregels menen echter dat het vrijgeven van allerlei overheidsdossiers, risico’s met zich meebrengen die van te voren niet zijn in te schatten. De gegevens uit het overheidsdossier kom>>
Lees verder..